Op 10 mei 1945 door Willem Brijan (broer van Jan).
De heer Brijan uit Barger-Compascuum komt naar Apeldoorn om zijn broer te identificeren. Hij vertelt hierover het volgende: ‘Omdat het vrijwel zeker was dat mijn broer Jan tot de slachtoffers van de fusillade bij Woeste Hoeve behoorde, ging ik op 10 mei 1945 vanuit Barger-Compascuum naar Apeldoorn, samen met een begrafenisondernemer.
We hadden een niet in al te beste staat verkerende lijkwagen bij ons. In Apeldoorn meldden we ons bij de politie, waar men mij enkele voorwerpen toonde die ik als eigendommen van mijn broer herkende.
De voorwerpen kwamen uit een zakje waar nr. 188 op stond. Met twee marechaussees gingen we naar Heidehof, waar ik zelf meegeholpen heb de kist uit graf nr. 188 op te graven.
Omdat er nogal vreemde geruchten de ronde deden, stond ik erop dat de kist geopend werd, zodat ik kon zien wat ik mee nam. Ik herkende onmiddellijk mijn broer.
Na een moeizame rit terug (op het Wijhese Veer sloeg de motor af en de auto moest de wal opgeduwd worden), kwamen we midden in de nacht thuis aan.
De volgende dag is mijn broer herbegraven op de Algemene begraafplaats in Emmer-Compascuum.’